Hagelwitte stranden, wuivende palmbomen, een azuurblauwe zee en drieduizend zonuren per jaar: welkom op bountyeiland Barbados, waar het leven onbezorgd en ontspannen is.

Een groen en heuvelachtig binnenland, omringd door een schilderachtige kustlijn en prachtige koraalriffen. Barbados is minder toeristisch dan de rest van de Caribische eilanden, maar minstens zo paradijselijk. Crane Beach in het noorden is al meerdere keren uitgeroepen tot een van de mooiste stranden ter wereld, al doen Gibbes aan de westkust of Accra Beach en Miami Beach bij het vissersdorp Oistins aan de zuidkust daar zeker niet voor onder. Een auto huren om langs alle zestig stranden te toeren kan, maar de meeste mensen reizen hier per bus of taxi. Het eiland is compact (met 430 vierkante kilometer nog kleiner dan Texel). Langs de kust loopt de bebouwing van het ene dorp zo door in het volgende. Vakantiegangers verblijven met name aan de zuid- en westkust, waar de zee kalmer is. De oostkust is ruiger en rotsachtig en de golven alleen geschikt voor ervaren windsurfers.

Juist bij de kraampjes langs de weg komt de Bajan-keuken het best tot zijn recht

Barbados wordt vaak omschreven als luxe oord, waar beroemdheden en miljardairs hun vakantiedagen slijten. High-end resorts en chique restaurants zijn er inderdaad in overvloed, maar het eiland heeft beslist geen poespas nodig om toch indruk te maken. Juist bij de simpele kraampjes langs de weg komt de plaatselijke Bajan-keuken het best tot zijn recht. Net als in de zogeheten ‘rum shops’: huiskamerachtige kroegen waar de inwoners van Barbados samenkomen voor een hapje en – vooral – drankje. Doe als de eilandbewoners en dans mee op de opzwepende klanken van reggae en salsa terwijl de ondergaande zon de hemel oranje-rood-roze kleurt. Op Barbados zijn de zorgen van het drukke vasteland even heel ver weg.